… In een vorig leven waar ik een meisje van 10 was had ik een Opa die medeoprichter was was de Geologische Vereniging in Groningen. Als 10-jarig meisje was dat de inspiratie voor een spreekbeurt die ik hield over stenen en fossielen. Ik kreeg een aantal stenen mee om aan mijn klasgenootjes te laten zien. Daaronder ook twee kiezelstenen die langs het spoor werden gevonden vlak bij het huis van Opa en Oma dat ik mij nog zo goed herinner. Tot aan de geur die in het huis hing en de oranje gordijntjes bij de voordeur.
De betere versie van mezelf
Niet de amathist, niet de pyriet, niet de bergkristal en niet de woestijnroos waren mijn favoriet. Het waren die kiezels die het meest mijn aandacht trokken. Ze waren door de polijstmachine gegaan en hadden daardoor een metamorfose ondergaan. Van ruw, puur en wellicht, enigszins saai, waren ze nu glanzend, glad, vol kleurschakeringen… maar ook: minder ‘echt’. Het 10 jarige meisje draaide en draaide de kiezels in haar handen terwijl ze er ademloos naar keek. Gepolijst: beter zijn dan haar eigen Ik, dat was wat zij ook wilde zijn.
Het masker ging op
In de jaren die volgden leerde het meisje wat het was om gepolijst te zijn. Het hield haar staande. Als kind, als puber, en als volwassen vrouw. Fake a smile, zet een masker op en laat iedereen de gepolijste versie van jezelf zien. Altijd zeggen dat het goed gaat maar de blik van een ander ontwijken als deze je onderzoekend aankijkt. Niemand kwam bij de echte Ik, de ruwe, pure versie. Zelf negeerde ik deze versie van mezelf want de pure Ik had pijn, was eenzaam en zat hopeloos met zichzelf in de knoop. Mijn gepolijste buitenkant, mijn masker was mijn bescherming in een wereld waar ik niet kwetsbaar in kon zijn.
Door de lens van de camera
Ik zag mijn pure Ik pas weer, toen ik de foto’s terug zag die My Storybook-fotograaf Mye van mij maakte. Niet de gemaakte lach, soms wel, maar vaak ook niet. Nadenkend, meteen frons in mijn voorhoofd omdat mijn brein tegenstrijdige signalen afgaf. Soms ook verdriet, angst, eenzaamheid of wanhoop. Alles wat ik altijd wilde verbergen werd zichtbaar. Het gepolijste laagje werd dof na al die jaren. De kern werd zichtbaar, ruw en puur… echt.
Na al die jaren was het masker een comfortzone geworden, onderdeel van wie ik was. Wist ik eigenlijk nog wel wie ik echt was? Het was moeilijk om een ander in zoverre te vertrouwen om mijn echte Ik te laten zien. Toch… ook het besef dat de beste versie van mezelf JUIST ongepolijst is, vooral voor mezelf. Toneelspelen, maskerdragend is fijn, maar ik kan en wil dit niet een heel leven volhouden…
…En dus heb je kans dat als je mij leert kennen je alles van mij ziet. BAM! Dit ben ik. Take it or leave it, maar als je mij in jouw wereld accepteert, accepteer mij dan in mijn meest pure vorm. Ongepolijst, ruw, puur. Zoals ik echt ben, want beter dan dat kan ik niet zijn.