Ik bedenk het me op de ochtend dat de wind om me heen danst, zowel van voor, als achter, als links, en als rechts lijkt weg te komen. Het is al laat, de klok op de Gedempte Oude Gracht geeft 05.40 uur aan. Ik steek al fietsend de Gracht over en besef me dat dit ‘zo’n dag’ is.
Zomaar een dag
Zomaar een dag, niets bijzonders. Dat is wat ik mezelf voorhoud. Ik heb haast, de wind plaagt mij, speelt met mijn haren. De haren die om mijn gezicht waaien irriteren me. Nog meer irritatie; mijn benen werken niet mee deze ochtend. Het gevoel herken ik bij de eerste meter. Crap! De pijn in mijn bovenbenen. Het gebrek aan kracht. De vermoeidheid terwijl mijn dag nog maar net is begonnen. De wind terzijde genomen, weet ik nu al dat mijn fietstocht in gevoel vele malen langer gaat lijken dan op een goeie dag. De realiteit zal leren dat het me een kleine vijf minuten extra kost maar de impact is enorm. Van lekker wakker worden op de fiets is vandaag, of elke dag waarin het lichaam tegenwerkt, een waar gevecht.
Ik geef niet op
Sinds 2 januari fiets ik bijna dagelijks tenminste 14 km en soms rond de 28. Omdat ik deze datum als ‘doel’ had gesteld? Welnee! Ik was het gewoon zat. En toevallig was dat op de eerste werkdag van het nieuwe jaar. Telkens de bus pakken stond gelijk aan verliezen. Een Loser zijn. Toegeven aan de pijn en vermoeidheid. Toegeven aan Lipoedeem. Ik ben er van overtuigd dat het zware gevoel verergerde door mijn gebrek aan beweging. Ondanks dat ik toen al wel liep.
Ik ging het gevecht aan, ik weet nog dat ik die 2e januari onder het station doorfietste en een foto Appte aan friend en fotograaf Mye Denekamp van MomentGeluk, die ook de foto’s voor dit artikel maakte. Ik weet nog dat ik mijn Roodkapjes-jas droeg en mijn tijgerprint-jurk, wat eigenlijk een luipaard is. Grappig, hoe de kleding altijd van die onvergetelijke details zijn die me bijblijven op bepaalde gebeurtenissen… Van 0 naar tenminste 14 km per werkdag. Van nadenkend hoe ik mijn voet van de grond op de trapper krijg naar doen. Niet ‘gewoon doen‘, want dat proces, dat is simpelweg niet ‘gewoon’, maar wel doen!
F*ck! Mijn billen!
Behalve een enorme last van mijn billen was er spierpijn. Wat moest mijn lichaam wennen! Het gevoel dat ik halverwege de terugweg niet verder meer kon en een terugreis die altijd langer duurde dan de heenreis. F*ck wat een pijn deed het om het fietsen opnieuw te integreren in mijn leven! …Maar met de dag ging het makkelijker. Ik maakte er een spelletje van om de bus waar ik voorheen in zat tijdens de route voor te blijven. Zwaaiend naar de reizigers die bij de bushokjes staan te wachten en waarmee ik maandenlang in dezelfde bus zat. Wilskracht werd mijn beste vriend, want zonder die wilskracht had ik me niet door de ‘beginnerspijn’ heen kunnen zetten.
De baas over mijn eigen lichaam
Waarom liet ik mijn lichaam zo lijden? Omdat ik de regie over mijn lichaam terug wilde. Niet de Lipoedeem maar Ik beslis wat mijn lichaam doet en kan. Door te vechten, elke dag. Laat ik heel eerlijk zijn. Me verschuilen achter de Lipoedeem was een comfortzone, maar ook een slachtofferrol. Die rol past niet meer in mijn huidige leven. Liever pijn door beweging dan pijn door enkel alleen de Lipoedeem. Die overwinning gun ik die aandoening niet. Er zijn goede dagen, er zijn slechte dagen. Het is wat het is. Ook die slechte dagen kom ik door. Vechtend.
Ondertussen ben ik op de fiets nog steeds in gevecht met de pijn in mijn benen, de wind, de irritatie en de rond mijn hoofd wapperende losse haren. Ik zucht, rem af en zet mijn voet aan de grond. ik draai mijn haren en zet ze met een klem vast op mijn achterhoofd. Zo! dat is één irritatiepunt minder! Nu weer door, het is tenslotte zomaar een dag.