Negen zielen, één gedachte, een lichtje zijn waar duisternis was,
totaal overdonderd, vol emotie, door de woorden die ik las.
Terugkrijgen wat ik uitzend, het vinden van mijn soort,
voor mij en hele nieuwe wereld, terwijl dit volgens and’ren hoort.
Hoe is dit zover gekomen, waaraan heb ik dit verdiend,
want hoor je niet iets terug te geven, aan een goede vriend?
Als Alice in Wonderland, waar niets ooit logisch is geweest,
probeer ik te begrijpen, vul tekortkomingen in mijn geest.
In vriendschap, daden, giften zijn jullie oh zo gul,
kaarslicht en warmte, bij temperaturen onder nul.
De rijkdom van het ontvangen, gekoesterd, zo fijn,
maar het meest waardevol voor mij, zullen jullie woorden zijn.